Ondeelbaar
Vaker alleen.
Alleen, en vaker
is dat prima.
Niets te delen.
Delen, niets
en met niemand.
Steeds meer.
Meer, door steeds
alleen te zijn.
Meer te delen.
Delen, maar
met niemand.
Ik groei.
Groei, ja wellicht
maar waartoe.
Berusting, kennis, keuzes.
wisselt
onrustig, onzeker, onmachtig.
Dichtend alleen.
Alleen, en vaker
in woorden rust.
Delen op afstand.
Afstand, ver-
binding abstract.
Zonder iemand.
Iemand, bijzonder
zonder woorden.
Afstand groeit.
Groei, vergroot
de onbegrepenheid.
Onbegrepen wordt onbereikbaar
Alleen groei ik door
Onbereikbaarder het delen
Vaker alleen voelt niet als een keuze
Enige hoop.
Hoop, dat de reis
dan toch mooi is.
Als is ie alleen,
een enkele reis,
en steeds meer
ondeelbaar.